Nieuwe DAF
Mario geniet tijdens zijn ritten: “Nederland is een prachtig land. In mijn vrije tijd rij ik graag op de motor en tijdens het werk maak ik het liefst wat langere ritten.” Een week voor het interview mocht Mario een nieuwe DAF-trekker in gebruik nemen. “De vorige had er meer dan een miljoen kilometer op zitten. De nieuwe trekker is een DAF XF 430. Het is een hele vriendelijke en comfortabele auto voor de chauffeur, hij rijdt soepel, optrekken gaat goed, de cabine is ruim en het dashboard is makkelijk te bedienen. Verder zitten er milieuvriendelijke technieken in. Bij sommige auto’s mis je dan wat power. Maar dat valt met deze auto mee. Al met al ben ik er erg blij mee.” Ook de eerste ervaringen met het brandstofverbruik van de nieuwe trekker zijn veelbelovend.
Vroege dienst, late dienst
Mario: “Deze auto deel ik met mijn maat André. Ik zeg wel eens: in het leven zijn er drie dingen die je niet kunt uitkiezen, je familie, je buren en je maat. En met deze maat heb ik echt mazzel. We kunnen het heel goed vinden met elkaar. Maar dat geldt ook voor mijn andere collega’s, iedereen is vriendelijk en behulpzaam.” De chauffeurs van AR rijden in twee diensten, een vroege van 5.30 tot 14.00 uur en een late dienst van 14.00 tot minimaal 22.30 uur en eigenlijk tot het werk van die dag klaar is. Over zijn voorkeur hoeft Mario niet lang na te denken: “Zeker weten de vroege dienst! Het is heerlijk om vroeg te beginnen. Het is dan nog rustig op de weg, je rijdt door een mooi landschap, soms zie je reeën of een vos die oversteekt én je bent vroeg klaar waardoor je ’s middags echt iets aan je vrije tijd hebt.”
Eigen baas
Vooral het stukje vrijheid dat je als bulkwagenchauffeur hebt vindt Mario fijn aan het werk. “Je bent toch een beetje eigen baas. Je hebt je vrachtwagen, je maat en e bestemming, maar hoe je het uiteindelijk doet bepaal je zelf. Voor mijn dienst begin ik met een bakje koffie.” Lachend voegt hij daaraan toe: “De vrachtwagen rijdt op diesel, de chauffeur op koffie.” Vervolgens kijkt Mario waar de rit naartoe gaat. “Als maten zorg je ervoor dat de bulkwagen geladen klaarstaat voor de eerste rit. Als ik de auto instap stel ik de navigatie in en daarna ga ik op weg. Meestal doe ik twee ritten per dag. Daarna vul ik de bulkwagen weer voor André.”
Bij de klant
Per adres krijgt Mario een of meerdere afleverdocumenten mee. “Naast de voersoorten en de silo’s staan hierop ook de bijzonderheden van het adres, bijvoorbeeld hoe laat je ergens kan lossen of waar je op moet letten wanneer je het erf oprijdt.” Bij het lossen komt de nodige techniek kijken. “Ik zet de compressor aan zodat de druk in het compartiment zich opbouwt. Zodra de druk hoog genoeg is sluit ik de slang aan en begint het lossen. Dan loop ik even om de auto heen om te checken of alles goed is. Door ervaring kun je horen wanneer het compartiment bijna leeg is en wanneer je dus naar het volgende compartiment kunt schakelen. Hierbij moet je er altijd op letten dat het compartiment 100% leeg is.”
Plezier voorop
Mario geeft aan wat het belang is van plezier: “Het moet leuk zijn in het algemeen. Ik ben blij als het weekend is en op maandag heb ik weer zin om te werken. Voor jezelf is dat fijn, maar het heeft een positieve invloed op alles: je werk, je klant, je leidinggevende, je collega’s, het materiaal.” Het is duidelijk dat Mario veel plezier heeft in zijn werk. Zijn volgende rit is naar eigen zeggen een snoepritje: “Ik mag zo naar Meliskerke, in Zeeland. Heerlijke ritten vind ik dat.”