De gewasbehoefte aan stikstof, fosfaat en kalium bedraagt:
- Stikstof: 150–170 kg/ha
- Fosfaat: 65 kg/ha
- Kalium: 300 kg/ha
De stikstofgebruiksnorm voor voederbieten op klei, noordelijk/westelijk en centraal zand en veen bedraagt 165 kg/ha en voor zuidelijk zand en löss 132 kg/ha. Voederbieten hebben ook behoefte aan natrium, magnesium en borium.
De bemesting kan ingevuld worden in de vorm van organische mest voorafgaand aan de teelt al dan niet aangevuld met een kunstmestgift. Omdat voederbieten reeds vroeg in het seizoen worden gezaaid en gevoelig zijn voor structuurbederf, moet zeker op kleigrond erop gelet worden dat de mest onder goede omstandigheden wordt aangewend met een minimale belasting van de bodem.
Voor een optimale groei dient u ook de letten op de zuurgraad van de grond. Voor zandgrond wordt een pH van minimaal 5,4 geadviseerd en voor klei- en lössgronden een pH van minimaal 6.3. Voer indien nodig een bekalking uit. De voorkeur gaat ernaar uit om deze bekalking reeds in het najaar voorafgaande aan de teelt uit te voeren. Zorg ervoor dat de kalk goed vermengd wordt in de bouwvoor. Wanneer u er toch voor kiest om de bekalking in het voorjaar kort voor zaai uit te voeren, kies dan voor een fijne (vaste of vloeibare) kalkmeststof zonder of met een zeer laag gehalte aan magnesium omdat deze sneller oplost in de grond (bron IRS).