Op welk perceel gaat u voederbieten verbouwen?
Voederbieten kunnen op alle grondsoorten worden verbouwd. Wel is het belangrijk om bij de perceelskeuze te letten op een aantal zaken:
- Geadviseerd wordt om bij de teelt van voederbieten een vruchtwisseling van minimaal 1 op 4 te hanteren. Voederbieten kunnen in rotatie met veel gewassen worden geteeld. Graan met nateelt bladrammenas of gele mosterd vormen zijn een zeer goede voorvrucht voor voederbieten. Let er bij de teelt van snijmais en aardappelen voorafgaande aan voederbieten op dat de bodemstructuur na de oogst van deze gewassen goed is. Een slechte bodemstructuur in combinatie met de aanwezigheid van Rhizoctonia kan leiden tot rotte bieten. Kies dan ook altijd voor een Rhizoctonia tolerant ras. Ook bij gras als voorvrucht is er een risico van aantasting door Rhizoctonia. Maar nog belangrijker is bij gras als voorvrucht te letten op de aanwezigheid van emelten en ritnaalden.
- Met name de zuurgraad van de grond speelt een belangrijke rol bij de teelt van voederbieten. Een te lage zuurgraad zorgt met name bij jonge bietenplantjes voor een trage groei, waardoor deze gevoelig zijn voor bodemziekten. Voor zandgrond wordt een pH van minimaal 5,4 geadviseerd en voor klei- en lössgronden een pH van minimaal 6.3. Zorg ook voor een goede ontwatering van het perceel. Belangrijk hierbij is dat het perceel ook later in het najaar nog goed berijdbaar moet zijn.
- Percelen met een hoge onkruiddruk kunnen het beste gemeden worden. Vooral wortelonkruiden zoals haagwinde en veenwortel kunnen leiden tot problemen in voederbieten. Een bestrijding in voederbieten van deze onkruiden in niet mogelijk, waardoor het onkruid de bieten kan overwoekeren - met een opbrengstreductie tot gevolg.