Waarom voederbieten in het bouwplan opnemen?

Voederbiet is een hoog productief gewas en wordt graag gegeten door het vee. Het kan een deel van het krachtvoer vervangen. Het past goed in kringlooplandbouw en het leidt tot lagere footprints. Tegelijk draagt het bij aan een meer natuurinclusieve landbouw.

Opbrengst en voederwaarde

Voederbieten geven onder Nederlandse omstandigheden hoge opbrengsten, tot wel 20 ton ds/ha en meer bij een goede bodemkwaliteit. In de praktijk worden regelmatig vers opbrengsten van 120 ton en meer per ha gemeld. Behalve de opbrengst gaat het natuurlijk ook om de voederwaarde. Voederbieten leveren de hoogste kVem-opbrengsten, vaak meer dan 1000 VEM per kg drogestof. Voederbieten bevatten relatief weinig eiwit maar wel meer dan snijmais. Ruwweg bevat een voederbiet 25 g meer DVE per kg ds dan snijmais. Het bevat veel pensfermenteerbare OS (FOS) in de vorm van suikers en het heeft een negatieve OEB (-80 tot -100). Voederbieten passen goed in rantsoenen met veel gras.

In het rantsoen kan tot maximaal 4 kg ds per koe per dag worden gevoerd. Ruwweg vervangt het daarbij half krachtvoer en half ruwvoer. Bij verse vervoedering gedurende een half jaar kan het 200 tot 400 kg krachtvoer besparen per koe in rantsoenen met respectievelijk 2 en 4 kg ds per dag uit bieten.

Kringlooplandbouw

Veel bedrijven zitten ruim in het ruwvoer, waardoor ruimte ontstaat voor de teelt van een krachtvoervervanger. Een aantal ha voederbieten telen leidt tot een besparing op aan te kopen krachtvoer. De teelt zelf wordt vaak uitbesteed aan een loonwerker of een collega akkerbouwer. Daarnaast kan door de lage N- en P-gehalten in voederbiet de N- en P-excretie via mest en urine afnemen. Bij een juiste inzet in het rantsoen in het winterhalfjaar kan de N- en P-excretie met respectievelijk 2 en 4 kg per koe per jaar dalen.

Hogere gehalten

In het rantsoen kan tot maximaal 4 kg ds per koe per dag worden gevoerd. Ingezet half als krachtvoer en half als ruwvoer geeft vers vervoederen van de bieten een ongeveer 0,2 en 0,1 g hoger vet – en eiwitgehalte per kg melk. Bij inzet van 2 kg ds per koe per dag zal dat ongeveer de helft zijn. De melkproductie zelf blijft ongeveer gelijk. Vers vervoederen van voederbieten werkt sterker door op de gehalten dan bieten die zijn ingekuild met mais of palmpitten. Vers vervoederen kan in de praktijk vanaf half september tot 1 april. Na 1 april bieten voeren kan alleen met ingekuilde bieten.

Tevreden koeien

Melkveehouders die voederbieten voeren melden vaak 'tevreden koeien' die het goed doen. Melkveehouders die eenmaal voederbieten voeren willen niet meer terug naar hun oude rantsoen alleen al voor de gezondheid van het vee.

Voederbiet kan beter tegen droogte dan mais

Voederbieten kunnen goed tegen droogte doordat het een diepwortelend gewas (tot wel 1 meter diep) is. Aandachtpunt is de bodemstructuur, deze dient voldoende los te zijn zodat de voederbiet de diepere bodemlagen ook kan bereiken. Bij droogte kan het blad slap gaan hangen. Dit herstelt zich snel na neerslag. Bij grote droogte kan het blad afsterven maar er wordt weer nieuw blad gevormd na neerslag. De opbrengst kan dan wel wat dalen maar droogte heeft geen effect op de voederwaarde. Bij mais kan droogte er toe leiden dat er geen kolfzetting plaatsvindt waardoor en de opbrengst en de voederwaarde sterk dalen. Op droogtegevoeligere percelen zijn voederbieten zeker te overwegen.

Betere footprint voederbiet ten opzichte van mais

  • Over de gehele groeiperiode van april tot november gebruiken voederbieten meer water dan mais, maar in de periode mei tot half september (met een netto neerslagtekort) is het watergebruik hetzelfde.
  • Voederbieten gaan efficiënt om met stikstof. Na de oogst is de hoeveelheid minerale stikstof lager dan bij die van maispercelen. Bij de teelt van voederbieten kan worden voldaan aan de norm van 50 mg nitraat per liter. Het is dan ook een gewas wat prima past op gescheurd grasland. De hoeveelheid stikstof in de bodem na de oogst is veel en veel lager dan bij mais op gescheurd grasland zo blijkt uit Vlaams onderzoek.
  • De CO2-footprint van 4 kg ds voederbiet per dag in plaats van 4 kg ds kracht- en ruwvoer (50/50) is lager dan de combinatie van mais met krachtvoer.

Nadelen

Naast de voordelen zijn er ook een aantal nadelen. Mais kan in principe in continuteelt plaatsvinden. Voederbieten vergt minimaal een 1:4 rotatie. De vervoedering, de bewaring, teelt en de gewasbescherming zijn uitdagender bij voederbieten dan bij mais en vergt meer aandacht. Vandaar dat deze vaak wordt uitbesteed aan een loonwerker of collega akkerbouwer.

Natuurinclusieve landbouw

De teelt van voederbieten draagt positief bij aan de biodiversiteit in vergelijking tot mais. Monitoring heeft uitgewezen dat op bietenpercelen een grotere biomassa aan insecten aanwezig is. Het gewas trekt meer vliegende insecten aan dan snijmaïs en dat is weer aantrekkelijk voor akkervogels en insecteneters. Ook zoogdieren verkiezen voederbieten als leefgebied boven snijmaïs. Voederbieten verhogen de natuurwaarde van het landschap met meer kansen voor akkervogels en wild. Dat komt omdat voederbieten een langere groeiperiode hebben, het een laagblijvend gewas is en al vroeg dekking en beschutting biedt.

De bedrijfseconomie van voederbieten

De teeltkosten bedragen ongeveer 12 cent per kg ds inclusief conserveringsverlies. Bij de inzet van half als krachtvoer en half als ruwvoer kan verse vervoedering van 3 kg ds voederbiet netto € 50 tot 70 per koe extra opleveren in het winterhalfjaar. Bij vervoedering in de zomer is dit ongeveer € 10 per koe.

Samengevat

De voederbiet is goed voor uw portemonnee, draagt bij aan meer natuurinclusieve landbouw en het sluiten van kringlopen. Het is een gewas dat goed tegen droogte kan en lage footprints heeft. Daartegenover staat dat de teelt en de vervoedering uitdagender zijn dan die van mais. 


SABE-project 'Voederbieten, een oud gewas met toekomst

Het project richt zich op het delen van kennis en ervaring op het gebied van voederbieten. Veehouders en akkerbouwers werken in het project samen met Loonbedrijf Van der Woerd, AgruniekRijnvallei, JagersVereniging, M-ARC, NMI en New Businesses Agrifood.  Het project wordt ondersteund door het ministerie van LNV (SABE-regeling).