De transitieperiode kan opgedeeld worden in verschillende fases. Hieronder valt ook de opstartfase (twee weken na kalven) waarin de koe weer melk gaat produceren. Dit is naast de hele droogstandsperiode een hele belangrijke periode om de koe weer gezond hARd aan het melken te krijgen.
Uitdagingen in de opstartfase
De grootste uitdaging in deze periode is dat de voeropname lager is en juist de vraag naar nutriënten weer groter wordt. Bovendien vinden in deze periode ook grote hormonale verandering plaats en stressfactoren zoals het afkalven zelf. Dit kan leiden tot de kiem voor (klinische) stofwisselingziekte, zoals slepende melkziekte. Maar ook een dalend melkvet tussen de 60 en 120 dagen in lactatie komt op veel bedrijven regelmatig voor. Een succesvol voermanagementsysteem in combinatie met de juiste voeding zorgt ervoor dat de koe de juiste nutriënten in de opstartfase krijgt.
Extra ondersteuning in de opstartfase
Om de koeien extra ondersteuning te bieden in de opstartfase bevat het melkveeassortiment van AgruniekRijnvallei de AR Top Startbrok (24687BR5). Dit is een smakelijke brok waarin de energie uit de juiste balans van glycogene en lipogene energiebronnen komt. Glycogeen om de negatieve energie balans te beperken en de kans op stofwisselingziektes te voorkomen. Lipogene nutriënten om de secretie van energie naar melkvet te ondersteunen. Omdat de lever een cruciale rol speelt bij een tal van de processen die plaatsvinden gedurende de opstartfase bevat de brok tevens leverondersteuners. Bovendien zitten er vitaminen, mineralen en spoorelementen in die de weerstand en stofwisseling ondersteunen.
Overgang van de AR Top Startbrok naar de Productiebrok
Om een maximale ondersteuning te bereiken is het de bedoeling de brok als fasevoedering in te zetten. Hierbij wordt in de eerste 100 dagen de AR Top Startbrok met max. 8 kg ingezet. Vervolgens wordt er in 20 dagen afgebouwd en overgegaan op een Productiebrok (zie onderstaande afbeelding).