Bedrijfsontwikkeling
Ondernemen
6 september 2024

Gewasrotatie en rustgewas met voorbeelden

De GLB-subsidies zijn voor veel landbouwers een welkome aanvulling op het landbouwinkomen. Om deze subsidie te verkrijgen moet je voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals bijvoorbeeld gewasrotatie en rustgewas.

Drie normen waaraan je moet voldoen

Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden zullen de regels worden verduidelijkt. Maar eerst even in het kort de regels:

  1. Teel elk jaar op minimaal 1/3 van je bouwland een ander gewas als hoofdteelt (andere gewascode). Of teel een of meer volgteelten (andere gewassoort) na de hoofdteelt. Dat andere gewas kan ook een volgteelt zijn, zoals een groenbemester, die tot de volgende hoofdteelt blijft staan. Het 1/3-deel waarop je moet roteren is het deel van de totale oppervlakte van uw bouwland (inclusief de vrijgestelde oppervlakte).
  2. Teel op je percelen eens per 4 jaar een ander gewas als hoofdteelt.
  3. Teel op zand- en lössgrond in de periode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2027 één keer een rustgewas als hoofdteelt.

Voor de normen 1 en 2 zijn o.a. graslandbedrijven (> 75% gras) vrijgesteld. In een verwant artikel Gewasrotatie en rustgewas is een voorwaarde voor GLB-subsidie worden de regels nader uitgelegd.

Voorbeeld 1: bedrijf met 100 ha bouwland

Gewas

Zand

Klei

Totaal

Tijdelijk grasland

4

16

20

Bouwland overig, geen volgteelt

10

70

80

Totaal

14

86

100

 

Norm 1

Voor de 1/3-eis moet het bedrijf op ruim 33 ha een ander gewas telen dan in het voorgaande jaar. Omdat 20 ha tijdelijk grasland al voldoet vanwege vrijstelling, dan is er nog 13 ha over waarop volgend jaar een ander gewas geteeld moet worden omdat er geen volgteelt wordt toegepast.

 

Norm 2

Elke perceel bouwland moet eens per 4 jaar een ander hoofdgewas krijgen. Voor veel akkerbouwbedrijven is deze gewasrotatie heel gebruikelijk.

 

Norm 3

Op 14 ha bouwland/zandgrond moet in jaren 2023 t/m 2026 een rustgewas worden geteeld. Op 4 ha blijkt inmiddels een rustgewas te zijn toegepast (gras). Van de overige 10 ha moet dat nog worden gedaan of is het in een voorgaand jaar gedaan.

 

Voorbeeld 2: bedrijf met 73 ha landbouwgrond, waarvan 33 ha bouwland

Gewas

Zand

klei

Totaal

Blijvend grasland

30

10

40

Tijdelijk grasland

3

2

5

Snijmais

20

8

28

Totaal

53

20

73

 

Norm 1

Voor de 1/3-eis moet het bedrijf op 11 ha een ander gewas telen dan in het voorgaande jaar. Omdat 5 ha tijdelijk grasland al voldoet vanwege vrijstelling,  is er nog 6 ha over waarop volgend jaar een ander gewas geteeld moet worden. Dat andere gewas kan ook een volgteelt na de mais zijn, zoals een groenbemester die tot de volgende hoofdteelt blijft staan

 

Norm 2

Daarbij moet elk perceel eens per 4 jaar een ander hoofdgewas krijgen. Een melkveehouder die niet aan de vrijstellingen voldoet (minder dan 75% gras, enz.) en in 2023 en 2024 mais heeft geteeld, zal dan in 2025 of 2026 een ander gewas moeten telen. Een goed roulatiesysteem met mais en tijdelijk grasland is een prima optie. Je kunt ook denken aan graan, luzerne of een teelt van stokbonen met mais. Grondruil met akkerbouw of zelf een akkerbouwgewas telen kan uiteraard ook.

 

Norm 3

Op 23 ha bouwland/zand moet in de jaren 2023 t/m 2026 een rustgewas worden geteeld. Op 3 ha blijkt inmiddels een rustgewas te zijn toegepast (gras). Van de overige 20 hectares moet dat nog worden gedaan of is het in een voorgaand jaar gedaan.

 

Tip

 

Met het inzaaien van gras of wintergranen na mais - als hoofdteelt voor het volgende jaar - kunnen veehouders op zand- en lössgronden invulling geven aan de normen 2 en 3 (en draagt het bij aan norm 1). Op kleigrond is norm 3 niet van toepassing.

 

 

Voorbeeld 3: bedrijf met 50 ha landbouwgrond, waarvan 37 ha fruitteelt

Gewas

Zand

klei

Totaal

Blijvend grasland

0

1

1

Appels / peren

0

36

36

Snijmais

0

6

6

Totaal

0

43

73

 

Norm 1

De fruitboomgaard wordt voor GLB niet als bouwland beschouwd. Voor de 1/3- eis moet het bedrijf op 6 ha bouwland een ander gewas telen dan in het voorgaande jaar. Dat andere gewas kan ook een volgteelt na de mais zijn, zoals een groenbemester die tot de volgende hoofdteelt blijft staan

 

Norm 2

Continu mais telen is geen optie meer. Eens per 4 jaar zal er een andere teelt moeten zijn, zoals ook bij andere voorbeelden beschreven.

 

Norm 3

Rustgewassen gelden uitsluitend op zand- en lössgronden en dat is niet van toepassing.

 

Verantwoordelijk

Stel dat je na de teelt en de aanvraag GLB-subsidie grond hebt verhuurd of verkocht, dan blijft je toch verantwoordelijk voor de eisen van deze conditionaliteiten. Dat kan bijvoorbeeld nadelig uitpakken als de nieuwe gebruiker een norm of eis overtreedt. Daarom kun je als overdrager van de grond het beste hierover afspraken maken met de nieuwe gebruiker. Dat kan in een overeenkomst.
 

Meer informatie

Extra informatie en actualiteiten vind je op de website Conditionaliteiten GLB 2024 (rvo.nl). De specialisten van AR Bedrijfsontwikkeling helpen je uiteraard graag. Je kunt ook een mail sturen naar info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl. Dan neemt een van onze specialisten vrijblijvend contact met je op.

Verwante artikelen:

Gewasrotatie en rustgewas is een voorwaarde voor GLB-subsidie

 

Onze adviseurs bedrijfsontwikkeling

Onze adviseurs ondersteunen je graag bij het realiseren van je toekomstplannen - van vergunning tot bouw. Ook op het gebied van mest, mineralen en productierechten geven zij advies.

Harold Vogels
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Foto Harold Vogels
Foto Harold Vogels
Contact met
Harold Vogels
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Henk de Groot
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Foto Henk de Groot
Foto Henk de Groot
Contact met
Henk de Groot
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Gert-Jan Vliem
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Foto Gert-Jan Vliem
Foto Gert-Jan Vliem
Contact met
Gert-Jan Vliem
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Dik-Jaap Wentink
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Foto Dik-Jaap Wentink
Foto Dik-Jaap Wentink
Contact met
Dik-Jaap Wentink
Adviseur bedrijfsontwikkeling
Onze specialisten
Henk