De oppervlakte van de pens is bedekt met cellen (het pensepitheel) die in verschillende lagen over elkaar liggen. Tijdens de transitieperiode van vloeibaar naar vast voer wordt het oppervlak van het pensepitheel groter om meer voedingsstoffen op te kunnen nemen. Tevens ontwikkelt het de capaciteit om vluchtige vetzuren af te kunnen geven. De cellen in de dunne darm gebruiken butyraat (een boterzuur) als energiebron en voor herstel van het darmepitheel. Hoe beter de ontwikkeling van het pens- en darmepitheel, hoe beter het kalf de binnenkomende nutriënten kan opnemen en gebruiken. Dit resulteert in een betere groei en gezondheid van het dier. Een verhoging van de boterzuurconcentratie in het voer stimuleert de ontwikkeling van het pens- en darmepitheel en vergroot het oppervlak dat voedingsstoffen opneemt.