Daarnaast is het de vraag hoe een keuze een toekomstig koppel beïnvloedt. Als je bijvoorbeeld door het langer houden van hennen een jong koppel net voor de zomer moet opzetten, dan gaat deze in de zomer volop produceren. Dat is precies het moment dat de eierconsumptie het laagst is. Het is dan waarschijnlijk verstandig om een andere keuze te maken.
Grillige markt
Door de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen van grondstoffen en daarmee van pluimveevoeders sterk gestegen. De kostprijs van een ei wordt voor een groot gedeelte bepaald door voer- en henkosten. De vraag naar eieren is wel gestegen, omdat er vanuit Oekraïne minimaal eieren geëxporteerd worden. Daarnaast heeft de vogelgriep geleid tot minder hennen in Europa. Dit is terug te zien in de stijgende ei-noteringen. Dit alles is van invloed op de kostprijs en de opbrengsten.
Voerverbruik per ei
De tabel laat zien wat de invloed is van de voerprijs (per 100 kg) op de kostprijs per ei. In dit overzicht gaan we uit van 135 gram cumulatief voerverbruik per ei bij bruine scharrelhennen. Dit is het gemiddeld voerverbruik dat nodig is om een ei te maken voor hennen die 78 weken oud worden.
Tabel: Voerverbruik per ei cumulatief
Voerprijs(€/100 kg voer) | Kosten per ei (cent) |
25,00 | 3,375 |
30,00 | 4,050 |
35,00 | 4,725 |
40,00 | 5,400 |
45,00 | 9,450 |
50,00 | 6,750 |
55,00 | 7,425 |
60,00 | 8,100 |
65,00 | 8,775 |
70,00 | 9,450 |
Voerwinst bepalen
Het bepalen van het saldo begint met het bepalen van de voerwinst per koppel. De voerwinst is opgebouwd uit de opbrengsten van eieren en uitgelegde hen minus de kosten van voer en hen. De voerwinst kan per week bijgehouden worden. Zodra de hennen weg zijn en de opbrengst van uitgelegde dieren bekend is kan de voerwinst definitief bepaald worden. Daarnaast moeten in de kostprijs de overige toegerekende kosten en niet-toegerekende kosten meegenomen worden.
Overige kosten
De overige toegerekende kosten worden vaak per koppel aangegeven. KWIN (Handboek Kwantitatieve Informatie Veehouderij) bepaalt hiervoor de gemiddelde kosten per houderij. Hierin worden de kosten ingedeeld in:
- Elektriciteit
- Water
- Gezondheidszorg + hygiëne
- Strooisel
- Inzetkosten
- Vang- en laadkosten
- Retributie DGF
- Controles + ophalen kadavers.
Nadat de overige toegerekende kosten berekend zijn worden de niet-toegerekende kosten bepaald. Dit zijn kosten van mest, onderhoud, afschrijving, rente, arbeid et cetera. Uiteindelijk blijft het saldo over.
Inzicht in het saldo
Om het saldo te bepalen is het van belang dat je de technische resultaten van jouw koppel kent. Binnen AR maken we hiervoor gebruik van het programma Lay-Insight. Daarnaast kunt je jouw eigen spreadsheetprogramma gebruiken. Door technische en financiële gegevens te koppelen wordt de invloed van het technische resultaat op het financiële resultaat inzichtelijk en kun je de juiste keuzes maken.
Advies
Voor een juiste berekening is het raadzaam om met jouw financieel adviseur de verschillende kosten in beeld te brengen. Daarnaast beschikken de AR-specialisten over tools om het saldo te bepalen. Met deze tools kunnen we verschillende opties doorrekenen zodat je actuele en voor de toekomst onderbouwde keuzes kunt maken.