Vóór de eerste weidegang moet het bedrijf zich aanmelden bij de certificerende instantie Qlip. Daarna tellen de weidedagen. Aanmelden kan tussen 1 maart en 15 mei 2024 (let op: verlengd van 1 mei tot nu 15 mei).
Er zijn twee eco-activiteiten ‘weiden’. Categorie 1 is minimaal 1.500 uur. Categorie 2 is minimaal 2500 uur. De eco-activiteit geldt voor alle subsidiabel percelen grasland, dus ook voor percelen die gemaaid worden. De eco-activiteit ‘weiden’ gaat niet samen met de eco-activiteit ‘bufferstrook met kruiden langs grasland’, omdat deze stroken niet beweid mogen worden.
Voorwaarden
De voorwaarden bij certificering zijn:
- Sluiten van deelname-overeenkomst (via Qlip) voor 15 mei.
- Uiterlijk 15 mei beginnen met weiden van melkkoeien. Er zijn minimaal 120 weidedagen. Weidedagen tellen mee t/m 15 oktober.
- Het aantal melkkoeien per hectare beweid huiskavel (grasland) is maximaal 5 (bij 1500 uur weiden) en 2,5 bij (2500 uur weiden).
- De eco-activiteit geldt alleen voor het weiden van melkkoeien.
- Het bedrijf houdt een digitale weidegangkalender bij (beschikbaar gesteld door Qlip), waarin de datums en tijdstippen van weiden van de melkkoeien worden geregistreerd.
- Lees alle voorwaarden voor deze eco-activiteit op de website van Stichting Weidegang.
Bedrijven die een automatisch melksysteem hebben, en waarbij de melkkoeien een vrije toegang tot de weidepercelen hebben, kunnen ook aan de eco-activiteit ‘weiden’ deelnemen. Hierbij moet gedurende de weide-uren aan onderstaande voorwaarden worden voldaan:
- Alle melkkoeien die in aanmerking komen voor weidegang moeten toegang hebben tot de weidepercelen.
- Minimaal 75% van de betreffende melkkoeien moet in de wei aanwezig zijn.
Stichting Weidegang voert samen met Qlip de controles uit. Deze partijen zorgen ook voor het certificerings- en controlesysteem. Voldoet een bedrijf aan de voorwaarden van de eco-activiteit ‘weiden’? Dan stuurt Qlip, na het weideseizoen, een ‘Verklaring Weiden’ rechtstreeks naar RVO. Hiermee toont het bedrijf aan dat aan de eco-activiteit is voldaan.
Mestbeleid
Door afbouw van derogatie mag er steeds minder dierlijke mest worden toegepast. Bij het streven naar een optimale gewasopbrengst en dus een hogere benutting van dierlijke mest, is minder beweiden een logische overweging. Een hoge mate van beweiden leidt in de regel ook tot een verminderd BEX-voordeel en daardoor mogelijk ook hogere mestafzetkosten. Bij de keuze voor ‘verlengde weidegang’ kan dit medebepalend zijn.
Voldoende punten halen
De GLB-subsidie bestaat onder andere uit een basispremie en een eco-regeling. Om mee te kunnen doen aan deze eco-regeling moeten voldoende punten worden behaald op de onderdelen klimaat, bodem en lucht, water, landschap en biodiversiteit. Daarna wordt gekeken naar de opgebouwde waarde (brons, zilver, goud). Zonder ‘verlengde weidegang’ is het voor veel melkveehouders lastiger om de drempelwaarde op het onderdeel biodiversiteit te behalen, waardoor veel melkveehouders in 2024 niet voor eco-premie in aanmerking zullen komen. Door het uitvoeren van andere eco-activiteiten kunnen dan alsnog voldoende punten worden vergaard. Dat moet dan uiteraard wel binnen de bedrijfsvoering passen.
Meer weten?
Voor meer informatie, neem contact op met de specialisten van AR bedrijfsontwikkeling of stuur een mail naar info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl en een specialist neemt contact met je op.