Sommige inkuilmiddelen bevatten alleen melkzuurbacteriën. Deze zorgen voor een betere conservering. Middelen met azijnzuurbacteriën zorgen voor broeiremming in de kuil. Er zijn ook middelen beschikbaar met ‘double action’. Deze middelen bevatten melkzuur- en azijnzuurbacteriën. Bij graskuilen is het de vraag of alleen conservering voldoende is of dat er ook gekeken moet worden naar broeiremming. Bij mais is het altijd aan te raden om een broeiremmer toe te voegen. Dit zorgt namelijk voor het behoud van zetmeel in de kuil. Dit kwam ook naar voren uit het onderzoek van Groeikracht (2020).
Hoe beoordeel je een graskuil?
Bij een eerste snede van 40-45% droge stof is het voldoende om alleen melkzuurbacteriën (Ecosyl 50/100 of Pioneer 1188) toe te voegen om de pH in de kuil snel te verlagen. Is een kuil door omstandigheden broeigevoeliger kies dan voor een middel met double action (bijvoorbeeld Ecocool). Ditzelfde geldt voor de tweede tot de vierde snede, alleen ligt het steeftraject voor droge stof bij deze kuilen tussen de 35 en 40%. Voor de vijfde en zesde snede, is het aan te bevelen altijd gebruik te maken van double action-producten als Ecocool en Pioneer 11G22. In de tabel vind je een overzicht van de middelen en wanneer deze toe te passen zijn.