Dosering en typen aaltjes
Het is mogelijk om in de vollegrond een toepassing in te zetten met parasitaire aaltjes. De dosering die hierbij kan worden aangehouden is 1 miljoen aaltjes per m2 bij volvelds toepassing. Bij plaats specifieke toepassing op de rij kan een dosering van circa 0,5 miljoen aaltjes per m2 worden aangehouden. Voor de containerteelt geldt ook een dosering van 0,5 miljoen aaltjes per m2.
De keuze van het aaltje is afhankelijk van de bodemtemperatuur:
- bodemtemperatuur boven de 12 graden Celcius bij toepassing en de 14 dagen daaropvolgend → Heterorhabditis bacteriophora;
- bodemtemperatuur tussen 6 en 12 graden Celcius bij toepassing en de 14 dagen daaropvolgend → Steinernema kraussei;
- beneden de 6 graden Celcius bodemtemperatuur is het niet zinvol om aaltjes in te zetten.
Toepassing
De toepassing kan via de beregening (containerteelt) of via een spuittoepassing. Het is belangrijk om bij een toepassing de volgende aandachtspunten in de gaten te houden voor een zo hoog mogelijke slagingskans:
- Maximale spuitdruk 12 bar
- Minimale spuitopening 0,5 mm
- Een goede vochtige bodem voor de toepassing en de weken daaropvolgend. Zonder voldoende bodemvocht zijn de aaltjes niet mobiel en heeft de toepassing geen tot weinig effect
- Bij voorkeur op een bewolkte dag toepassen in verband met gevoeligheid voor UV.
Voeg aan de toepassing met aaltjes eventueel Biopak (1 kg/ha) toe om de beschadigde wortel te herstellen. Biopak kan veilig met aaltjes worden gemengd en zo in één werkgang worden toegediend.
Controle effectiviteit
Na toepassing zullen de aaltjes tot circa 4 weken werkzaam zijn mits de juiste temperatuur en bodemvochtigheid worden behaald. Keverlarven die zijn aangetast door Heterorhabditis bacteriophora laten een duidelijke verkleuring zien. Larven aangetast door Steinernema kraussei laten nauwelijks een merkbare verkleuring zien.