Dit platvorm is een samenwerking van NFO, FRC Randwijk, CAF en enkele andere toeleveranciers in de fruitteelt. Houtig kleinfruit en steenfruit zijn een onderdeel van het platvorm Fruitvooruit.
Vruchtrotproef
De vruchtrotproef is gedaan bij Berrybrothers in Neeritter. Daarin lag een geïntegreerd spuitschema met Serenade, Scala en Signum. Maar ook enkele schema’s met uitsluitend groene middelen, zoals Serenade, Botector en Vacciplant met Polyversum. Daarnaast is ook een vergelijking gemaakt met de praktijk waarin ook Switch is toegepast.
Bij de eerste beoordeling in december 2024 kwam naar voren dat de groene objecten de hoeveelheid vruchtrot met de helft verminderden en dat de spuitschema’s 75% tot 80% minder vruchtrot gaven. Beide schema’s bleven wel binnen de 1/3 MRL van de EU, waardoor ze ook voldoen aan de aanvullende eisen van de supermarkten.
Ook in Randwijk is er een proef op vruchtrot bij rode bessen gedaan. Het basisschema in deze proef was een schema met 5 werkzame stoffen. Daarnaast was er een schema met 50% aan gewasbescherming ten opzichte van het 5 MRL-schema toepast. Ook was er een 50% schema in bessen, die in de bloei en overkapt waren, toegepast. Door het toepassen van een 50% MRL-schema kwam in deze proef bijna 3 keer zoveel vruchtrot voor dan in het standaardschema. Door te overkappen bedroeg het vruchtrot ongeveer 1,5 keer zoveel als in het standaardschema. Dus daar waar mogelijk reeds in de bloei overkappen geeft voor rode bessen die de bewaring in moeten een meerwaarde.
Bladluizen
Bij Berrybrothers is een proef gedaan rondom bladluizen. Het standaardschema bestond hier uit Pirimor en Batavia en dit was prima. Maar ook de nieuwe standaard met Ovitex + Teppeki in het vroege segment, gevolgd door twee toepassingen met Neemazal direct na de bloei bleek een prima schema. De kostprijs van het nieuwe schema ligt wel hoger.
Bij FRC Randwijk is een proef voor bladluisbestrijding in kersen uitgevoerd. Daaruit kwam naar voren dat de huidige standaard met Gazelle voor de bloei en Batavia na de bloei prima functioneert. Ook hier zal het toekomstige schema bestaan uit Gazelle voor de bloei en Neemazal met twee toepassingen na de bloei.
Bij pruimen is gekeken of het (weg)vangen van de pruimenzaagwesp met behulp van vanglinten een optie was. Echter door een beperkte vlucht van de pruimenzaagwesp waren de resultaten van deze proef zeer beperkt. De theorie erachter is dat de volwassen zaagwespen op de witte vanglinten afkomen waardoor de aantasting beperkt wordt.
Bramengalmijt
De laatste plaag die Aryan toelichtte was bramengalmijt. Ook hier waren de resultaten beperkt, doordat geen van de geteste middelen er bovenuit sprongen. Zelfs de strategie met Ovitex bij uitlopen, gevolgd door Vertimec Gold was eigenlijk niet afdoende. De proef met het inzetten van roofmijten was nog niet af, maar biedt wel aanknopingspunten voor de toekomst. In deze proef zijn, naast het inzetten van Ovitex bij het uitlopen, enkele toepassingen met Lalguard de beste strategie.
Met name voor de pruimenzaagwesp en de bramengalmijt is een vervolgonderzoek wenselijk.