Arjo en Mieke hebben het bedrijf in 2002 overgenomen van de ouders van Arjo. Ze hebben vier kinderen, waarvan de oudste de beoogde bedrijfsopvolger is. Met ruim 60 roodbonte Holstein-koeien en ruim 30 stuks jongvee runnen ze een gesloten bedrijf. In 2000 hebben ze een ligboxenstal gebouwd voor de melkkoeien. In 2011 is de stal een stuk verlengd. Sindsdien zit het jongvee tot 4 maanden in een andere stal, de rest van het vee staat bij elkaar. Zes jaar geleden hebben ze geïnvesteerd in een melkrobot. Dit heeft de melkproductie flink verhoogd, maar ook geleid tot keuzes in het jongveebeleid. Ze moesten fosfaatrechten kopen en besloten minder jongvee te houden.
Fokken op duurzaamheid
De focus ligt bij familie Joosten niet op maximale melkproductie. “We fokken vooral op duurzaamheid en exterieur”, legt Arjo uit. Hun roodbonte Holsteiners geven een hoge levensproductie. “Het gaat ons om koeien die langer meegaan en gezond blijven. We investeren veel tijd in onze dieren en geven ze de kans om langer op het bedrijf te blijven. Dit is goed voor de levensduur én past bij onze manier van werken.” Ze fokken alle dieren zelf, ook elk jaar een stiertje. Dat vermindert kans op ziektes. De dieren bouwen een bepaalde weerstand op die past bij het bedrijf. Alleen de kalfjes worden geënt tegen pinkengriep. Ze fokken nu uitsluitend met roodbonte Holsteiners, een ras dat volop mogelijkheden biedt voor duurzame fokkerij.
On the way to PlanetProof
De melk wordt geleverd aan FrieslandCampina en valt binnen het ‘On the way to PlanetProof’-concept. “We voldoen aan de strenge eisen, zoals een hogere leeftijd van afvoerkoeien. Wij nemen niet snel afscheid van een koe”, vertelt Arjo. Arjo en Mieke hebben zich vanaf de start aangemeld voor dit concept. “Onze koeien lopen ongeveer 150 dagen per jaar en 6 uur per dag buiten. We krijgen een plus op de melkprijs, maar het stimuleert ons ook om duurzaam te werken.”
Jongveeopfok en goed management
De jongveeopfok is een belangrijk onderdeel van het succes en gaat eigenlijk bijna vanzelf. De kalveren krijgen een goede start dankzij strikte hygiënemaatregelen. Vanaf acht maanden lopen ze in de zomer dag en nacht buiten. “De jongveeopfok is echt onze basis”, zegt Arjo. “Dat is de start van een goede melkkoe. We werken met een melkrobot en voeren onze koeien twee keer per dag. Vooral tijdens het voeren houden we de gezondheid goed in de gaten. Als ik merk dat een koe niet fit is, grijp ik meteen in. Dat voorkomt vaak grotere problemen.” Dat de koeien van de familie Joosten vaak een hoge leeftijd bereiken komt deels door de goede verzorging, maar ook door keuzes in fokkerij en voeding.
Samenwerking en advies
Arjo en Mieke zijn al jarenlang trouwe klanten van AR. “Ik weet niet anders”, lacht Arjo. Henk de Groot, adviseur van AR Voer en AR Bedrijfsontwikkeling heeft vanaf de bouw van de stal in 2000 meegedacht. Arjo: “Het is fijn dat Henk veel ervaring heeft en dat we al lang samenwerken. Op advies van AR zijn we bijvoorbeeld boxkrijt met zaagsel gaan instrooien in de ligboxen wat ook een ontsmettende werking heeft. Dit bevalt heel erg goed, de uiergezondheid is hierdoor aanzienlijk verbeterd.”
Voer grotendeels van eigen land
Met hun 40 hectare cultuurgrond (waarvan 6,5 hectare mais) en 20 hectare natuurgrond met landbouwkundige functie, zorgen ze ervoor dat het voer grotendeels van eigen land komt. Naast mais en gras voeren ze hun koeien het hele jaar door bierbostel als bijproduct, ook als de koeien in de zomer buiten lopen. Arjo is erg fan van de Productiebrok Lipo Turbo, dat is de hoofdbrok van de koeien. “De glucogene nutriënten in de brok zijn heel belangrijk, om de energie goed op peil te houden”, zegt Henk. De mineralen worden meegemengd in de brok. Ze voeren dus geen losse componenten aan het voerhek. Als het nodig is sturen ze energie bij met de Mengbrok Mais/Tarwe.
Trots en tevreden
Het vrije leven als melkveehouder is prachtig. Ik haal veel voldoening uit het werken met de dieren en de natuur en ik ben trots dat we met deze hoogwaardige melk een bijdrage leveren aan de voedselproductie”, zegt Arjo. Ze voerden afgelopen jaar 16 koeien af met een gemiddelde leeftijd van negen jaar en zeven maanden en een gemiddelde levensproductie van 75.031 kilo melk, met 4,37% vet en 3,49% eiwit. Het jaar daarvoor hebben ze minder koeien verkocht omdat de melkprijs toen hoog was. Toch kwam de erkenning als een van de drie topmelkveebedrijven van 2024 als een verrassing. “We waren er niet mee bezig, maar het is een mooie opsteker. Het laat zien dat onze aanpak werkt”, zegt Mieke. Arjo en Mieke kijken met tevredenheid naar de toekomst. “We willen verder verduurzamen, misschien iets meer natuurinclusief, maar wel met behoud van productie.”